Wij mensen zijn gek op een houtvuurtje. Fikkiestoken op vakantie, houtkacheltje aan in de winter. Heerlijk. Maar waar komt die liefde voor vuur vandaan?

Mensen hebben iets met een houtvuur en dat is eigenlijk heel logisch

Brandt het vuur, dan kruipt iedereen er omheen. Beetje staren in de vlammen. Vinden we mooi. Iedereen vindt dat mooi. Je komt niet snel iemand tegen die zegt: “getver, kan dat vuur uit? Niet om aan te zien die vlammen.”

Mensen hebben iets met een houtvuur en dat is eigenlijk heel logisch. Wij zijn de enige soort op aarde die vuur kan stoken. De mens is de enige die het gelukt is het vuur te beheersen.

Wij van De Groene Stoker zijn er eens ingedoken en wat blijkt, doordat we vuur uit de natuur zijn gaan gebruiken, zijn we intelligent genoeg geworden om zelf vuur te kunnen maken. Klinkt logisch, toch? We zullen het u uitleggen.

Er is altijd al vuur geweest op aarde. Bliksem, vulkaan, bam vuur. Vanaf het moment dat de mens dat vuur is gaan gebruiken, ongeveer 700.000 jaar geleden, is ons voedselpatroon veranderd. Eiwitten en andere vitamines zorgden voor meer brein. Onze hersenen konden sneller groeien. We werden slimmer en slimmer totdat we snapten hoe we een vuur zelf konden maken. Met vonken.

Het heeft best een hele tijd gekost voordat we daar slim genoeg voor waren. Ongeveer 600.000 jaar. Uit een opgraving in een grot in de Eifel in Duitsland blijkt dat we daar voor het eerst zelf vuur hebben gemaakt. 30.000 jaar geleden.

Voor ons bij De Groene Stoker is dit een van de verklaringen waarom de mens verbonden is met een houtvuur. De andere is dat we een nieuwsgierige soort zijn. Hoe beangstigend dat vuur ook was, toch wilden we er iets mee.

Nog steeds.